Introductie

Brasserhout, Den Haag - Bron: atelier GROENBLAUW

De helft van de aardbewoners leeft in steden en de verstedelijking neemt alleen maar toe. De kwaliteit van onze toekomst, de leefkwaliteit in de stad en het functioneren van de stad is dus afhankelijk van de kwaliteit waarmee we de steden vormgeven, herstructureren en transformeren naar een duurzame stad.

Onze uitdaging is om in deze eeuw onze steden en onze planeet voor onszelf leefbaar, veilig, gezond en aantrekkelijk te houden. Door de klimaatverandering, de toenemende verstedelijking en het opraken van fossiele brandstoffen zullen de steden een min of meer geleidelijke transformatie moeten ondergaan van voornamelijk grondstoffen en levensmiddelen (in de letterlijke betekenis) consumerend naar zelf levensmiddelen producerend.

Eén aantrekkelijk en efficiënt middel om aan deze noodzakelijke transformatie vorm te geven is het ontwikkelen van groenblauwe stedelijke netwerken die een verzachtende werking zullen hebben op de effecten van de klimaatverandering, de druk op de biodiversiteit en de energie- en voedseltekorten in het stedelijke gebied. Onze steden dienen meer veerkracht te creëren om de uitdagingen aan te kunnen. Want het gebrek aan veerkracht zal niet alleen tot een tekort in het technisch infrastructurele functioneren leiden maar ook consequenties hebben voor het sociale en economische functioneren van de stad.

Daarnaast zal deze groenblauwe stedenbouw meer ruimte bieden aan de ontwikkeling van biodiversiteit en aan een gezonder en aantrekkelijker leefmilieu.

Prognose 2009-2010 van de verstedelijkingsvooruitzichten in de wereld © UN, Population Division of the Department of Economic and Social affairs
Details

Grafiek die een geleidelijke toename van de wereldbevolkingsomvang laat zien van 2,5 miljard in 1950 tot 9,5 miljard in 2050. De omvang van de plattelandsbevolking groeide geleidelijk van ongeveer 2 miljard in 1950 tot 3,5 miljard in 2020. Naar verwachting zal de omvang van de plattelandsbevolking vanaf dat moment langzaam afnemen. De stedelijke bevolking groeide gestaag van ongeveer 0,75 miljard in 1950 tot ongeveer 4 miljard in 2020 en zal naar verwachting vanaf dat moment in hetzelfde tempo doorgroeien.

United Nations 2011

De uitdagingen zijn divers:

  • Onze steden zullen aan de ene kant steeds meer regen in korte tijd moeten kunnen verwerken en aan de andere kant langere perioden van droogte moeten kunnen overbruggen.
  • De opwarming door de klimaatverandering en de toenemende verharding in de steden heeft steeds vaker hitte tot gevolg.
  • Op de hele planeet hebben we, veroorzaakt door menselijke activiteiten, te kampen met een teruglopende biodiversiteit.
  • Nederland behoort met betrekking tot luchtkwaliteit en fijnstofbelasting tot de meest vervuilde gebieden van Europa.
  • Op wereldschaal is het probleem van voedseltekorten geenszins dichter bij een oplossing gekomen.
  • De grote steden blijven groeien en in veel landen is er bevolkingsgroei.
  • In deze eeuw zullen we de omschakeling van fossiele brandstoffen naar duurzame bronnen moeten volbrengen.
© Albert Dijkhuizen

Rol van architecten en stedenbouwkundigen: think global, act local

Uiteraard vragen deze uitdagingen geweldige transformaties. Maar er zijn ook veel onbenutte mogelijkheden die te vinden zijn in een fijnmazige aanpak in de stad en die bij een bewuste toepassing zeer effectief kunnen zijn.

Hier ligt een belangrijke taak voor architecten, stedenbouwkundigen en ruimtelijke planners: om deze maatregelen op een aantrekkelijke manier in onze steden te integreren en een regisserende rol op zich te nemen. De afgelopen jaren is er een toenemende interesse ontstaan voor een meer duurzame architectuur en stedenbouw. Groene daken en groene gevels zijn in de mode; regenwater blijft steeds vaker boven de grond. Er is een stadslandbouwbeweging en energieneutrale wijken worden al gerealiseerd. Dit toont aan dat er draagvlak is voor nieuwe groenblauwe stedenbouw. Daarnaast zijn de groenblauwe structuren een uitstekend middel om een meer circulaire stad te realiseren en door het introduceren van meer kringlopen het stedelijk metabolisme efficiënter te maken.

Het ontbreekt nog aan een overzicht van de mogelijkheden en ook aan een kritische en constructieve inschatting van deze maatregelen zodat diverse mogelijke maatregelen niet contraproductief werken.

Guerilla gardening in Berlijn © Rosa Rose

1. Kennis

Een doelstelling van deze website is om de recent ontwikkelde wetenschappelijke en praktische kennis op het gebied van klimaatadaptatie en -mitigatie, hittestress, stedelijke biodiversiteit, stadslandbouw, verbetering van de luchtkwaliteit en decentrale duurzame energieproductie voor de stedenbouwkundige praktijk toegankelijk en toepasbaar te maken.

Deze wetenschappelijke kennis is vertaald in praktisch toepasbare maatregelen en hun effecten met betrekking tot de verschillende opgaven, kostenindicaties en ruimtelijke implicaties.

2. Voorbeelden

De tweede doelstelling van deze website is de toepassing van de maatregelen te illustreren met voorbeelden uit binnen- en buitenland. Er wordt een brug gebouwd tussen wetenschap en praktijk en tussen techniek en vormgeving.

3. Toolbox

Het derde doel van deze website is een toolbox voor de realisatie van groenblauwe stedelijke netwerken aan te reiken en de synergetische potenties van de verschillende maatregelen te laten zien en te onderbouwen.

Het is nu zaak om meer kennis van de effecten, mogelijkheden en samenhang tussen de verschillende maatregelen van groenblauwe stedelijke netwerken ter beschikking te stellen aan architecten, stedenbouwkundigen, waterbeheerders, stadsecologen en iedereen die bij de vormgeving van de stad betrokken is zodat deze netwerken op een esthetische en voor de burger acceptabele manier in het stedelijk weefsel geïntegreerd worden.

Groene daken, wetlands en oppervlaktewater met groene oevers en in het algemeen meer stedelijk groen leveren een bijdrage aan de kwantitatieve en kwalitatieve verbetering van het stedelijk watersysteem door hun buffer- en zuiveringsvermogen. Meer stedelijk water en groen leveren een bijdrage aan het vergroten van de biodiversiteit in de stad en binden fijnstof; groene oppervlakken hebben een lagere oppervlaktetemperatuur en verlagen zo het risico op hitte.

Meer groen vergroot de sponswerking van de stad substantieel. Hoe hoger het aandeel groen, des te groter het buffervermogen: boomgroepen en struiken bufferen meer dan een gazon. Door het grote bladoppervlak wordt in een bosachtig park meer water verdampt en is het koelende effect groter dan van een grasvlak.

Eerste onderzoeken tonen reeds de effectiviteit van meer groen en water in de stad met betrekking tot aantrekkelijkheid, biodiversiteit, hittestress, waterretentie en waterkwaliteitverbetering aan. Groenblauwe stedenbouw levert biomassa voor energieproductie en biedt mogelijkheden voor voedselproductie in de stad. We staan pas aan het begin van het ontdekken en onderbouwen van deze mogelijkheden, de integraliteit en synergie van de mogelijke maatregelen en effecten is nog nauwelijks onderzocht.

Hier ligt een taak voor de ontwerpers en de andere bij gebiedsontwikkeling betrokken partijen om de stadsbewoners al in het ontwerpproces erbij te betrekken en zo de acceptatie van maatregelen zoals waterpleinen en urban wetlands te vergroten.

Daarnaast zijn voldoende groen en oppervlaktewater in hoge mate bepalend voor de aantrekkelijkheid van een stad en hebben zo invloed op de economische waarde.

Muurvegetatie op een brug in Delft © Albert Dijkhuizen

4. Proces

Het vierde doel van deze website is het beschikbaar stellen van de nodige kennis en ontwerpprincipes voor groenblauwe stedelijke netwerken aan gebiedsontwikkelaars, bestuurders en ontwerpers zodat deze maatregelen al in de initiatieffase en in het begin van de ontwerpfase meegenomen kunnen worden. Daarom is naast het inventariseren van maatregelen aandacht besteed aan het beschrijven van succesvolle visievormings- en implementatieprocessen van deze, sectoroverschrijdende, maatregelen. Het anders vormgeven van visievormings- en implementatieprocessen is misschien nog een grotere opgave dan het ontwikkelen van technische kennis.

De nieuwe maatregelen vereisen samenwerking binnen en buiten een gemeente van verschillende vakgebieden en diensten die daar onvoldoende aan gewend zijn. Groenblauwe stedenbouw verlangt samenwerking tussen stedenbouwkundigen, architecten, stadsecologen, waterdeskundigen, groenbeheerders en de beheerders van de openbare ruimte. De stadsbewoner en de bedrijven zijn ook steeds meer een partij en moeten erbij worden betrokken of nemen zelf initiatief.

In de afgelopen jaren heeft  atelier GROENBLAUW in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, provincies en gemeenten in klimaatateliers en workshops op een interdisciplinaire manier met betrokkenen gewerkt en waren zo in staat om aantrekkelijke, integrale en breed gedragen oplossingen voor verschillende gebieden te helpen ontwikkelen.

Om de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen gaan zullen we sectoroverstijgende samenwerkingsvormen moeten ontwikkelen en zullen we deze samenwerkingsvormen moeten formaliseren en institutionaliseren.

Literatuur