Grasvelden laten neerslag infiltreren en zijn beter dan verhard oppervlak. Daarnaast kunnen grasvelden met een licht verdiepte zone en zonder opstaande randen ook regenwater bergen en geleidelijk laten infiltreren en zo gebruikt worden als infiltratiezone. Grasvelden dragen bij aan het aanvullen van het grondwater en helpen mee verdroging te voorkomen. Grasvelden hebben maar een beperkt koelend effect, geven geen schaduw en warmen overdag op maar minder dan steenachtig materiaal. Wilde grasvelden leveren ook een bijdrage aan de biodiversiteit en zorgen voor een betere doorworteling van de bodem. Gazons doen dit nauwelijks.
Minder intensief gebruikte stukken van openbare groenvoorzieningen kunnen door ze niet meer te bemesten en extensief te beheren transformeren tot kleurrijke bloemenweiden met diverse kruiden, grassen en bloemen die wederom verschillende vlinders en vogels lokken. Extensief beheer bespaart geld en is op talrijke plekken in veel gemeenten al gebruikelijk. Extensief beheerde grasvelden kunnen door ze vaker achter elkaar te maaien weer omgevormd worden tot een dichte grasmat als de functie dat vereist, bijvoorbeeld voor evenementen en tijdelijk parkeren. Door op gedeelten van een grasveld het gras na het maaien te verwijderen en op andere gedeelten niet, ontstaan door het verschil in bemesting ook verschillen in groei en bloei.