Koelen door wind met hulp van groenblauwe netwerken

Delft 2009 © Andre Vaxelaire

Doorgaande groene en halfopen structuren in de stad vergroten de stadsventilatie en dragen bij aan luchtuitwisseling tussen stad en omgeving, en tussen woonwijken en de groenblauwe ruimte daartussen. Halfopen gebieden met losse boomgroepen zijn het effectiefst voor een optimale doorstroming. Daarnaast heeft wind een directe invloed op de gevoelstemperatuur.

Toepassing en ontwerp

Groene netwerken door de stad die in verbinding staan met het koelere buitengebied maken een luchtuitwisseling mogelijk. Deze groene netwerken moeten los beplant zijn om het doorstromen van de wind mogelijk te maken. In steden die in dalen liggen is het zaak corridors te realiseren. Daardoor kan de koele lucht ‘s nachts vanaf groene heuvels de stad binnenstromen. Ook voor de plaatsing van hoge gebouwstructuren kan rekening worden gehouden met de windrichting die het meest voorkomt om een goede ventilatie van de stad te ondersteunen. Dit helpt mee de temperaturen op warme dagen te verlagen en is ook goed voor de luchtkwaliteit. Daarbij is het ook belangrijk om te beseffen dat de wind in warme en koude periodes in Nederland meestal uit oostelijke richting komt, maar dat er juist tijdens een hittegolf vaak weinig of geen wind is.

Verder kan een lang recht (water)oppervlak zonder grote obstakels, zoals een relatief rechte rivier of een kanaal, de ventilatie bevorderen. Een klein briesje, langs de oever van een rivier kan een plek prettig koel maken, zeker in combinatie met schaduw en vegetatie. Op kleinere schaal kunnen bijvoorbeeld ook voetbalvelden, parkeerplaatsen of lange rechte wegen voor ventilatie zorgenMinisterium für Klimaschutz NRW. 2011.

principe tekening van een groen ventilatie netwerk. - Bron: atelier GROENBLAUW, based on Klimawandel, 2011
Door gebouwen en groenvoorzieningen in de juiste verhouding en richting te plaatsen, kan de groene ventilatiestroom de binnenste delen van de stad bereiken. - Bron: atelier GROENBLAUW, based on Klimawandel, 2011

Door gebouwen en groenvoorzieningen in de juiste verhouding en richting te plaatsen, kan de groene ventilatiestroom de binnenste delen van de stad bereiken.

Lobbenstad

Voorbeelden van lobbensteden zijn Amsterdam, Keulen en Kopenhagen. De groenblauwe vingers tussen de lobben (woonwijken of stadsdelen) hebben een positieve invloed op het stadsklimaat: in zomerse hete periodes warmen ze minder op waarmee ze voor verkoeling zorgen. Door het drukverschil tussen de warme en koele gebieden ontstaan ook luchtbewegingen en ventilatie.

Lobbensteden bieden de mogelijkheid om de voordelen van compactheid met die van een opener en groenere bebouwing te combineren. Het idee van de lobbenstad is in het begin van de 20e eeuw ontwikkeld en in de jaren 90 van de 20e eeuw door Tjallingii onderzocht in relatie tot duurzaamheid. Uit zijn onderzoeken bleek dat de lobbenstad als basis goed geschikt is voor een duurzame stadsontwikkeling en ook als basis voor groenblauwe stedenbouwHermy, M. et al. 2005.

Lobbensteden zijn beperkt in hun groeimogelijkheden. In grote stadsagglomeraties moet meer gedacht worden aan ‘Green Grids’ en groene netwerkenMinisterium für Klimaschutz NRW. 2011.

Lobe city - Bron: atelier GROENBLAUW, based on Klimawandel, 2011

 Voordelen

Een netwerk van parken en kleine groengebieden zorgt lokaal voor verkoeling, ook in de aangrenzende woonbebouwing. Daarnaast zorgen deze verbonden groene gebieden in periodes van hitte voor aangename verblijfsgebieden voor de stadsbewoners en vormen ze een aantrekkelijk netwerk voor langzaam verkeer. Een ander voordeel van wind tijdens periodes van hitte is dat wind de warmte-uitwisseling tussen een lichaam en de omgeving bevordert. Omdat het lichaam meestal warmer is dan de luchttemperatuur, leidt een hogere windsnelheid tot een afname in gevoelstemperatuur.

Kluck, J. et al. 2020

Klok, E.J. et al. 2020

Literatuur