Door naast verharde oppervlakken greppels of velden aan te brengen die het afvloeiende hemelwater tijdelijk op kunnen slaan, kan op een eenvoudige wijze het water van schone verharde oppervlakken zoals daken en fietspaden worden geïnfiltreerd. Naast de hoeveelheid neerslag die gebufferd dient te worden, is de doorlaatbaarheid van de bodem voor de dimensionering van belang. Hiervoor moeten bodemmonsters worden genomen. Als benodigd oppervlak kan worden uitgegaan van 10% tot 20% [Geiger et al., 2009] van het aangesloten verharde oppervlak. Naast infiltratiegreppels horen ook infiltratievelden tot de mogelijkheden.
Infiltratievoorzieningen met bovengrondse opslag kunnen diep of minder diep uitgevoerd worden en de diepte en het oppervlak bepalen uiteraard het buffervermogen. In woongebieden kan volstaan worden met een maximale diepte van 30 cm om spelende kinderen minder in gevaar te brengen. De infiltratievoorzieningen kunnen met een natuurlijke, flauwe en veilige berm uitgevoerd worden. De doorlatendheid van de bodem wordt behouden door doorworteling door beplanting en activiteiten van bodemdieren. De voorziening moet zo ontworpen zijn dat deze in droge toestand niet te veel voor kinderspel en andere intensieve activiteiten gebruikt wordt omdat dan de bodem dichtgetrapt kan worden en daardoor de infiltratiecapaciteit vermindert.