Parken en openbaar groen

Landschaftspark Duisburg-Nord, Duitsland © LATZ+PARTNER

Parken en openbare groenvoorzieningen dienen in eerste instantie voor recreatie van de stadsbewoners. Deze functie kan goed samengaan met het realiseren van leefruimte voor planten en dieren. Met het oog op biodiversiteit en om de noodzaak van besproeien te beperken, is het van belang om het liefst zoveel mogelijk inheemse soorten te kiezen die bij de plaatselijke bodem en grondwaterstand passen. Daarbij kunnen de gevallen bladeren blijven liggen en ook oude, afgestorven bomen blijven staan. De biodiversiteit wordt vergroot als er voor bloemperken inheemse varens, grassoorten en kruiden worden gekozen. Ook strak vormgegeven parken kunnen natuurlijke beplanting hebben.

Graslanden worden zo min mogelijk gemaaid en bemest. Alleen de stukken die als lig- of speelweide worden gebruikt kunnen regelmatig worden gemaaid.

Parken produceren vrijwel permanent snoeihout en ander groen ’afval’. Deze biomassa hoeft niet afgevoerd te worden, maar verbetert het bodemleven en biedt huisvesting aan fauna.

Parken zijn zeer effectief in het verlagen van de luchttemperatuur van de stad. Het koelend effect is ver rondom stadsparken aantoonbaar.