Raingardens/regentuin

Raingarden © Nanda Sluijsmans

Raingardens zijn het eerst ontwikkeld in de Verenigde Staten, zoals in de staat Maryland en de stad Portland. Ze lijken sterk op de in Nederland bekende wadi’s. In Nederland noemen we de meer stedelijke wadi’s raingardens. Het zijn verlaagde groengebieden in een stedelijke context met een harde omranding. Ze kunnen het afstromende regenwater van parkeerplaatsen, straten en soms ook van de omliggende bebouwing bufferen en infiltreren.

Toepassing en ontwerp

De raingardens zijn altijd verlaagde groenstroken en zijn voorzien van een overloop naar een andere raingarden of op het rioleringssysteem. Ze kunnen in principe op alle grondsoorten worden toegepast, alleen is de opnamecapaciteit van het regenwater en dus de dimensionering afhankelijk van de doorlatendheid van de ondergrond. Raingardens kunnen kleine en middelzware buien bufferen maar bij heftige buien kan alsnog de straat of het aangesloten oppervlak overstromen.

Een raingarden heeft altijd een verlaagd oppervlak ten opzichte van het maaiveld om het water tijdelijk te kunnen bergen. Dat zijn minimaal 15 cm en maximaal 30 cm. Het oppervlak van de raingarden is minimaal 5% tot 10% van het afgekoppelde oppervlak.
De bovenste grondlaag is een zand-grondmengsel geschikt voor beplanting. In de onderlaag kunnen verschillende zand-, grind- en grondmengsels aangebracht worden om de buffering en infiltratie te verhogen. Ook kunnen toevoegingen, zoals ijzer en aluminium, het zuiverende vermogen voor specifieke verontreinigingen zoals fosfor verbeteren. Zonder toevoegingen worden vooral metalen, bacteriën en vaste deeltjes eruit gefilterd maar minder stikstof en fosfor.

Biodiversiteit

Het beste kan de raingarden van inheemse beplanting voorzien worden die de lokale biodiversiteit verhoogt. Mogelijk zijn kruidachtige planten, heesters maar ook bepaalde boomsoorten als er geen conflict optreedt met de ondergrondse infrastructuur.

Dimensionering

De dimensionering van de raingarden is afhankelijk van de grootte van het aangesloten oppervlak, de doorlatendheid van de ondergrond, de grondwaterstand en natuurlijk de beschikbare ruimte op het maaiveld.

Vaak zijn de raingardens een aanvulling op het bestaande rioolstelsel en kunnen ze een kleine of middelgrote bui bergen maar is er altijd een overloop naar oppervlaktewater of het rioolstelsel nodig voor zwaardere buien. De raingardens worden zo gedimensioneerd dat ze binnen 24 tot maximaal 48 uur na een bui weer leeg zijn. In slecht doorlatende bodems wordt er meestal een infiltratietransportriool ingebouwd.

Om te zorgen dat het grondwater niet in aanraking komt met het water in de raingarden kan het beste 60 cm afstand gehouden worden tussen de hoogste grondwaterstand en de onderkant van de raingarden.

Portland

In het stedelijk gebied is minder ruimte beschikbaar voor infiltratie en de gebieden worden door verkeer en voetgangers sterker belast. In Portland is voor de sterk verstedelijkte gebieden het systeem van in beton gevatte bakken ontwikkeld, open aan de onderkant, opgevuld met grind en aarde, en beplant. Natuurlijk kunnen dergelijke voorzieningen ook van ander materiaal gemaakt worden.

Doorsnede Infiltratiestrook © atelier GROENBLAUW

In Portland wordt via bovengrondse goten het regenwater van gebouwen en straten naar infiltratiestroken geleid. De infiltratiestroken bufferen het regenwater en geven het vertraagd af aan de ondergrond. Door het aanwezige grind en de beplanting wordt het water enigszins gezuiverd voor het infiltreert. Natuurlijk moet de ondergrond geschikt zijn voor infiltratie (Bron: Environmental Services, 2006).

Infiltratiestroken,Portland Oregon © Environmental Services, City of Portland, Oregon

Voordelen

Raingardens bufferen en infiltreren regenwater. Ook zuiveren ze regenwater: door de filterende werking van de bodem, de wortelzone van de beplanting en het zand en grind kunnen ze een deel van de verontreinigingen uit het geïnfiltreerde water verwijderen. Door het lokaal infiltreren van het regenwater wordt het grondwater aangevuld, wat met de toenemende droogte belangrijk is. Door de beplanting dragen ze bij aan het vergroten van de stedelijke biodiversiteit en dragen ze bij aan een groenere en gezonde stad.

Water van de verharding stroomt af richting een beplante infiltratiestrook, Het water kan langzaam in de strook met een onderlaag van grind wegzakken in de bodem.
Schema Infiltratiestroken - Bron: atelier GROENBLAUW

Effectiviteit

De gemeten infiltratiecapaciteit van raingardens in Tilburg varieert tussen 23 en 62mm/uur. De gemiddelde infiltratiecapaciteit is 41mm/uur Boogaard, F. et al. 2022. Onderzoek naar raingardens in Noorwegen toont een infiltratiecapaciteit die varieert tussen de 510 en 1600mm Boogaard, F. et al. 2021.

Effect op de stedelijke waterkwaliteit

Door het vasthouden van regenwater in een raingarden komt er minder water in het rioolstelsel terecht. Hierdoor treden in wijken met een gemengd rioolstelsel minder vaak riooloverstorten op. De waterkwaliteit wordt hiermee positief beïnvloed, omdat het oppervlaktewater minder snel vervuild raakt met ongezuiverd rioolwater. Door het infiltreren via planten of een geschikte substraatlaag kan het water ook gezuiverd worden. Het direct afvoeren van regenwater naar het oppervlaktewater vormt wel een risico voor de waterkwaliteit, omdat het water ook verontreinigingen van afspoeling kan bevatten.

Onderhoud en beheer

Raingardens die het regenwater van grote gebieden (>4000m²) verwerken, kunnen het beste van een voorzuivering voorzien worden. Dat beperkt het onderhoud van de raingarden zelf. Het onderhoud van de beplanting in de raingardens verschilt niet van conventionele groenstroken met vergelijkbare beplanting. Het is wel aan te raden om de raingarden na de eerste zwaardere regenbui te bekijken om te zien of de infiltratie goed werkt en dit jaarlijks te herhalen. Ook is het goed om de functie van de overloop jaarlijks te controleren. Als blijkt dat het regenwater langer dan 48 uur blijft staan, moet de toplaag vervangen worden omdat deze dichtgeslibd kan zijn.

Literatuur