Bij veel productieprocessen ontstaat warmte als bijproduct. Die warmte kan direct gebruikt worden voor de verwarming van gebouwen of opgeslagen worden in de bodem.
Er zijn steeds meer servercentrales voor dataopslag nodig. Deze hebben een grote koelbehoefte en produceren veel warmte. Microsoft en de Universiteit van Virginia werken eraan om de grote datacentrales te decentraliseren zodat de energie in wijken gebruikt kan worden. Door het decentraal plaatsen van kleine units in steden en het gebruik van de restwarmte voor stads- en wijkverwarming worden de datacentrales vier keer zo efficiënt. [Kijk, 2012]
Zo kan bijvoorbeeld de restwarmte uit kassen worden gebruikt voor de verwarming van woningen of kantoren.
Bovenstaande afbeelding laat de vragers van restwarmte en aanbieders van warmte zien. Zo hebben oude gebouwen hoge temperaturen voor verwarming nodig en passiefhuizen zeer lage temperaturen. Aan de aanbodkant geldt dat decentrele biomassacentrales en wkk-installaties hoge temperaturen leveren en data centrales lage temperaturen.