Brasserhout ligt aan de noordoostkant van Delft in de Bras. Het gebied is omzoomd door het rietlandschap van de Tweemolentjeskade en een landschap van weilanden en water. Lange lijnen, verspringende huisjes en vijvers waren inspiratiebronnen voor de ontwerpers.
Er zijn zoveel mogelijk woningen met een tuin aan het water gerealiseerd.
Bijzonder is dat het ontwerp met een relatief hoge dichtheid door de minimalisatie van de verharding, de zachte groene oevers en het oppervlaktewater een heel natuurlijk ogende en vriendelijke wijk heeft laten ontstaan.
Tussen de twee van oost naar west doorlopende waterlopen met aangrenzend een doorlopende bebouwingslijn met verspringende huizen bevindt zich een lossere bebouwingsstructuur.
De wegen voor autoverkeer ogen buitengewoon smal en geminimaliseerd. De autowegen zijn over het algemeen 2,5 m breed met rechts en links een 30 cm molgoot plus 70 cm voor voetgangers in dezelfde klinkers in een ander verband. Dit vrij smal ogende profiel maakt passeren van voetgangers en fietsers met de auto mogelijk en nodigt toch niet uit tot hard rijden.
Er is een extra structuur voor lopen langs het water en dwars door groene zones. Door de begroende waterlopen en de dwars erop liggende groenstroken is er een goede visuele en ecologische verbinding met het omliggende landschap gecreëerd. Het openbaar groen bestaat voornamelijk uit riet, groene oevers, gras en bomen. De erfafscheiding van de rijtjeshuizen bestaat uit beukenhagen.
Parkeren vindt voornamelijk plaats in parkeerkoffers die omdat ze tussen de bebouwing liggen en omzoomd zijn door hagen aan het zicht zijn onttrokken. Ondanks de grote verschillen in architectuur en bebouwingsstructuur komt het wijkje helder over. Dit is waarschijnlijk te danken aan de heldere structuur van water en groen.
WATER
Met een percentage open water van 17% ligt het wijkje met betrekking tot het oppervlaktewater-percentage boven wat er gebruikelijk is. Het grootste gedeelte van het hemelwater wordt via molgoten of ondergrondse afvoeren naar het oppervlaktewater afgevoerd.
In het ontwerp is er naar gestreefd om zoveel mogelijk schoon hemelwater vast te houden om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren; door het maximaal vasthouden van hemelwater is er in droge perioden minder inlaat van water van lagere kwaliteit uit de omgeving nodig.
ECOLOGISCHE OEVERS
Op veel plekken zijn er ecologische oevers aangelegd. Rietbeplanting in en aan het water draagt bij aan de verbetering van de waterkwaliteit.
Het talud van de watergangen in het openbaar gebied wisselt van soms steil tot flauw.
Door de peilfluctuatie van 0,25 m ontstaan er wisselend natte of droge oevers met de bijpassende vegetatie. De watergangen hebben een breedte van minimaal 8 tot maximaal 20 m. In de brede gedeeltes zijn helofytenfilters voor de waterzuivering aangebracht.
Het polderpeil van de Bras is -4,85 m NAP. De maximaal toegestane peilfluctuatie is 0,25 m. Door het bovengemiddelde percentage wateroppervlak kan veel gebiedseigen neerslag gebufferd worden. De inlaat kan dus beperkt worden en dit komt de kwaliteit van het oppervlaktewater ten goede.