Afkadering
Het onderzoek richt zich op het hittebestendig inrichten van de stedelijke buitenruimte. Natuurlijk heeft extreme hitte ook invloed op veel andere gebieden, zoals gezondheid, infrastructurele netwerken, beschikbaarheid en kwaliteit van water, en leefbaarheid. Deze vallen buiten het onderzoek.
Mogelijkheden om de effecten van hitte in de buitenruimte van de stad te beperken
- Tijdens hete periodes is het doel de gemiddelde luchttemperatuur in de stad zo laag mogelijk gehouden worden. Dit kan het beste door meer verdamping te creëren. Over het algemeen leidt het verhogen van het groenpercentage met 10 procentpunt tot een verlaging van de luchttemperatuur met grofweg 0,5°C .
- Om overdag de stad tijdens hete perioden leefbaar houden kunnen het beste voldoende koele plekken gecreëerd worden. Dat kan het beste door bomen of boomgroepen die schaduw creëren. In de schaduw is de gevoelstemperatuur 10-15°C lager dan in de zon.
Om het stedelijk gebied in z’n geheel leefbaar te houden zijn de volgende ontwerprichtlijnen voor een hittebestendige inrichting van de buitenruimte geformuleerd:
- Afstand tot koelte: De afstand tot een aangename koele verblijfsplek plek van iedere woning zou niet meer mogen zijn dan 300 m en deze verblijfsplek zou een minimaal oppervlak moeten hebben van 200m2.
- Percentage schaduw op belangrijke loop- en fietsroutes en in buurten: Op het heetst van de dag zijn belangrijke langzaam verkeersroutes die essentiële functies met elkaar verbinden minimaal 40% beschaduwd. Op het heetst van de dag worden ook de loopgebieden in buurten minimaal 30% beschaduwd om de buurt aantrekkelijk te houden.
- Percentage groen per buurt: Er moet zoveel groen zijn dat er verdamping kan optreden en de gemiddelde luchttemperatuur wordt beperkt (minimaal groenpercentage verschilt per wijktype)
Figuur 4.15 geeft de in de praktijk voorkomende percentages groen voor twaalf wijktypen in vier Nederlandse steden (Amsterdam, Utrecht, Haarlem en Breda). Wij stellen voor het gemiddelde plus de standaarddeviatie als streefwaarde te hanteren. Bij de herinrichting van een buurt kan het percentage groen worden vergeleken met de streefwaarde om te zien hoe groen de buurt is ten opzichte van andere buurten met dezelfde typologie.
Figuur 4.15 Het percentage groen per wijktype op basis van vier steden (Amsterdam, Utrecht, Haarlem en Breda) met het gemiddelde percentage (geel) en de standaarddeviatie. De standaarddeviatie naar boven is in groen aangegeven.
Het onderzoek bevat ook de nodige definities, zoals van de koele plek, hoe te meten, gevoelstemperatuur PET versus luchttemperatuur, etc.
Maatregelen
Het onderzoek presenteert tabellen met maatregelen en hun effecten die helpen hitte en de beleving van hitte te beperken. De maatregelen worden onderscheiden naar hun soort: Groen-, Blauwe- en Grijze maatregelen. Groene maatregelen hebben betrekking op planten en bomen, blauwe op stromend of bewegend water en grijze zijn voornamelijk bouwkundige maatregelen.
Verder wordt er onderscheid gemaakt naar hun effect overdag of in de nacht, de schaal waarop ze betrekking hebben lokaal of voor de hele stad en naar hun voornaamste verkoelingsprincipe: verdamping, beschaduwing, reflectie en ventilatie.