Gezonde koele buitenruimte in dichtbevolkte wijken

Meisje met fiets in park © Platform31

Volgens onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam moet elke woning binnen een loopafstand van 300m van een koelteplek liggen. Een koelteplek wordt gedefinieerd als een openbare buitenruimte van minimaal 200m². Deze richtlijnen worden in dit onderzoek nader beschouwd. De hoofdvraag is daarbij:

Wat is er vanuit de praktijk en vanuit onderzoek bekend over het herinrichten van openbare verblijfsruimten om te voorzien in gezonde, koele buitenruimten en welke aanvullende richtlijnen op het onderzoek van de HvA kunnen gemeenten hierbij ondersteunen?

Er bestaan een aantal onderbouwde kwalitatieve en kwantitatieve richtlijnen voor de inrichting en beschikbaarheid van de openbare ruimte om in koelte te voorzien. De kwalitatieve richtlijn legt de nadruk op verscheidenheid in groen en de noodzaak van verschillende typen groen en functies in de buitenruimte voor verschillende bevolkingsgroepen:

  • Gemeenten moeten zorgen voor een verscheidenheid aan openbare (groene) buitenruimtes op verschillende (ruimtelijke) schalen om verschillende functies en bevolkingsgroepen te bedienen. Nutsford D, et al. 2013Roo, M. D. et al. 2011

Twee kwantitatieve richtlijnen hebben betrekking op het schaalniveau van de buurt of wijk. Ze geven aan welke oppervlakte groen per inwoner beschikbaar zou moeten zijn om een gezonde leefomgeving te waarborgen:

  • Grote, openbare groene buitenruimten (>0,5ha, minimaal de grootte van een voetbalveld) moeten voor de meeste bewoners binnen 500m loopafstand liggen. Kubisch, N. et al. 2016Roo, M. D. et al. 2011, [WHO, 2016]
  • Gemiddeld zou 9m² per persoon groene openbare buitenruimte per buurt de streefwaarde moeten zijn [WHO, 2016]

De twee laatste richtlijnen gaan specifiek over de inrichting en oppervlakte van een koelteplek. Zij geven duiding aan waar een (beperkte) openbare plek aan moet voldoen om voor verkoeling te zorgen. Deze plekken moeten volgens de eerdere richtlijnen uit ‘de Hittebestendige stad’ binnen 300 meter van iedere woning te vinden zijn.

  • Koele plekken moeten over ten minste 400 vierkante meter openbare groene buitenruimte beschikken Kluck, J. et al. 2020, Klemm, W. 2018
  • Koele plekken moeten gelijke hoeveelheden zon en schaduw hebben, met 50% schaduw en 50% zon. Klemm, W. 2018

Schaduw en groen worden overal als belangrijk ervaren. Maar de vertaling van de behoefte aan koelte is niet als richtlijn in het beleid opgenomen en ook niet als eis in uitvoeringsplannen [red: Dit is in 2023 niet meer algemeen het geval]. Voor het realiseren van (meer) groen zijn wel een aantal richtlijnen van kracht maar die verschillen per stad en gemeente.

Uit de onderzoeken en enquêtes blijkt dat men zowel behoefte heeft aan schaduw, maar ook aan zon. De behoefte aan verscheidenheid in gebruik komt ook duidelijk naar voren.

Mensen voelen zich in de buitenruimte op hun gemak bij een afstand van minimaal 3 meter tot een onbekende persoon, wat de richtlijn van de WHO ondersteunt om 9m² groene buitenruimte per persoon beschikbaar te hebben. De afstand die men wil afleggen om een groene plek te bereiken is voor verschillende personen anders. Maar wanneer we naar kwetsbare groepen kijken is de beschikbaarheid van een koelteplek binnen 300 meter van de woning noodzakelijk om deze binnen 5 minuten te kunnen bereiken. In de praktijk blijkt dat koele plekken schoon, aantrekkelijk, veilig en goed onderhouden moeten zijn.

Literatuur