In dit proefschrift wordt onderzocht of de hoeveelheid groen in de woonomgeving van invloed is op de gezondheid van mensen.
De toenemende urbanisatie en de keuze voor verdichting van de steden zorgt ervoor dat het aandeel groen in de stad onder druk staat. Aan de start van het Vitamine G onderzoek waren er aanwijzingen voor een positieve relatie tussen het aandeel groen in de stad en de gezondheid van de stadsbewoner.
De onderzoeksvragen waren:
- Hoe sterk is de relatie tussen de hoeveelheid groen in de woonomgeving en gezondheid?
a. Wat betekent dit voor de verschillende bevolkingsgroepen (bijvoorbeeld ouderen, kinderen en mensen met een lage sociaal-economische status)?
b. In welke mate is de relatie afhankelijk van het type groene ruimte (bijvoorbeeld stedelijk groen, agrarisch groen)?
c. Wat betekent dit voor het ervaren van ziektes en voor het vóórkomen van verschillende ziektes zoals depressie, hart- en vaatziekten?
d. Hoe bepalend is de afstand tot groen? - Kan de relatie tussen de hoeveelheid groen in de woonomgeving van mensen en gezondheid verklaard worden door de mechanismen blootstelling en gedrag?
- Is de hoeveelheid groen in de woonomgeving van mensen positief of negatief gerelateerd aan gevoelens van veiligheid?
- In welke mate worden de gezondheidsvoordelen van natuurlijke omgevingen gebruikt in de gezondheidszorg?
De resultaten van het onderzoek zijn zoveel mogelijk gecontroleerd voor de invloed van indirecte selectie door in de analyses rekening te houden met demografische en sociaal-economische kenmerken.
Kleinschalig groen zoals groen langs wegen en kleine tuinen (binnen 10 meter van bebouwing) telde bij de bepaling van de hoeveelheid groen in een omgeving niet mee als groen. Ook het type groen en de kwaliteit van groen zijn niet meegenomen in het onderzoek.
Ervaren gezondheid
De resultaten van het onderzoek laten zien dat de hoeveelheid groen in de woonomgeving een positieve invloed lijkt te hebben op het ervaren van gezondheid van bewoners. De positieve relatie tussen groen en ervaren gezondheid is zowel in stedelijke gebieden als in plattelandsgebieden gevonden. De sterkte van de relatie bleek aanzienlijk; de kans dat bewoners hun gezondheid als minder dan goed beoordelen is in weinig groene woonomgevingen 1,5 keer zo groot als in heel groene woonomgevingen. De relatie tussen groen en ervaren gezondheid is even sterk voor de hoeveelheid groen in een 1km straal als voor de hoeveelheid groen in een 3 km straal om het huis, alleen in de heel sterk stedelijke gebieden wordt groen verder weg belangrijker voor de gezondheid van mensen.
De relatie tussen de hoeveelheid groen in de woonomgeving en gezondheid is iets sterker voor mensen met een lage sociaal-economische status vergeleken met mensen met een hoge sociaal-economische status en voor jongeren en ouderen in vergelijking met volwassenen in de leeftijd tussen 25 en 64 jaar.
Verdere analyses betreffende de relatie tussen groen en ervaren gezondheid lieten een lineaire relatie zien. Voor ervaren gezondheid lijkt er geen drempel te zijn waarboven meer groen niet tot een betere gezondheid leidt: elk beetje groen telt.
De resultaten van het onderzoek laten zien dat de hoeveelheid groen in de woonomgeving sterker gerelateerd is aan de ervaren gezondheid van mensen dan de mate ven verstedelijking wanneer wordt gecontroleerd voor leeftijd, geslacht, sociaal-economische status, werkstatus en etniciteit.
Objectieve gezondheid
Grootschalige representatieve morbiditeitdata laten zien dat de jaarlijkse prevalentie van 18 van de 24 meegenomen ziekteclusters (algemeen voorkomende ziekteclusters) lager is in woonomgevingen met meer groen in een 1 km straal om het huis van mensen. Er werden geen significante relaties gevonden met de hoeveelheid groen in een 3km straal om het huis van mensen. Dit wijst erop dat groen dichter bij huis belangrijker is voor de prevalentie van ziekten dan groen op een grotere afstand.
Een andere studie op basis van cross-sectioneel Europees onderzoek vond dat respondenten met veel groen in hun woonomgeving een 40% lagere kans hadden op overgewicht en obesitas.
Nog een andere studie toonde aan dat mensen die hun buurt als heel groen ervaren een respectievelijk 1,37 en 1,60 maal hogere kans hadden op een betere fysieke en geestelijke gezondheid.
Wat betreft de ziekteclusters was de relatie het sterkst voor angststoornissen en depressie. De kans op depressie is 1,33 keer zo hoog in woonomgevingen met weinig groen dan in woonomgevingen met heel veel groen. De relatie bleek met name sterk te zijn voor kinderen en voor mensen met een lage sociaal-economische status.
Alhoewel de positieve relatie tussen groen en gezondheid voor alle onderzochte bevolkingsgroepen aanwezig is, blijkt de relatie sterker te zijn voor jonge mensen, ouderen en mensen met een lage sociaal-economische status. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat deze mensen meer tijd in de nabijheid van hun huis doorbrengen als gevolg van lagere mobiliteit.
Er is wetenschappelijk bewijs uit diverse onderzoeksvelden dat aantoont dat contact met natuurlijke omgevingen, waaronder groen nabij de woonomgeving, kan bijdragen aan herstel van stress en mentale vermoeidheid.
De gevonden relaties tussen groen en bewegen waren het sterkst voor mensen met een lage sociaal-economische status, en voor kinderen en ouderen.
Sociale contacten
Groene ruimte in buurten kunnen aantrekkelijke ontmoetingsmogelijkheden voor de buurtbewoners verschaffen en kunnen gemeenschapszin bevorderen. Verder is het breed erkend dat sociale contacten een verscheidenheid van gezondheidsuitkomsten kunnen beïnvloeden.
De resultaten laten zien dat mensen met meer groen in hun woonomgeving zich minder eenzaam voelen en minder vaak een tekort aan sociale steun ervaren. Er werd geen relatie gevonden tussen groen en de contactfrequentie met buren en met het aantal ondersteunende contacten.
Er werd alleen een relatie tussen groen en eenzaamheid en tekort aan sociale steun voor mensen met een lage sociaal-economische status gevonden. Dit suggereert dat mensen met een lage sociaal-economische status meer profijt hebben van het groen dan mensen met een hoge sociaal-economische status.
Uit de bevindingen van dit proefschrift kan geconcludeerd worden dat sociale contacten het belangrijkste mechanisme is achter de relatie tussen groen en gezondheid.
Wat betekent meer groen in de wijk voor de verschillende bevolkingsgroepen
Voor bewegen en sociale contacten is onderzocht of meer groen in de wijk verschil maakt voor bevolkingsgroepen. Voor bewegen en sociaal contact bleek de relatie met een meer groene wijk sterker te zijn voor mensen met een lage sociaal-economische status en voor adolescenten en ouderen.
Nabijheid van groen
Met betrekking tot de nabijheid van groen bleek voor bewegen en eenzaamheid zowel groen dichtbij als groen verder weg belangrijk te zijn. Voor het tekort aan sociale steun bleek alleen groen dichtbij belangrijk te zijn. Verder bleek er alleen een buffer effect van groen voor de relatie tussen het meemaken van stressvolle levensgebeurtenissen en gezondheid voor de hoeveelheid groen in een 3 km straal om het huis van mensen te zijn. Dit suggereert dat mensen in tijden van crisis behoefte hebben omgevingen die restoratie op een dieper niveau mogelijk maken.
Groen en gevoelens van sociale veiligheid
De resultaten van de studie laten zien dat mensen met meer groen in hun woonomgeving zich over het algemeen veiliger voelen. Alleen in heel sterk stedelijke gebieden werd een negatieve relatie gevonden tussen de hoeveelheid gesloten groen en gevoelens van sociale veiligheid. De zogenaamde kwetsbare bevolkingsgroepen (vrouwen en ouderen) voelden zicht niet onveiliger in woonomgevingen met meer groen.
Wat betreft het type groen, hangt zowel de hoeveelheid open, als de hoeveelheid gesloten groen in de woonomgeving positief samen met de gevoelens van sociale veiligheid. Zoals hierboven vermeld, bleek gesloten groen alleen in heel sterk stedelijke gebieden de gevoelens van onveiligheid te vergroten.
Het lijkt er op dat groen niet alleen bij kan dragen aan de gezondheid van mensen, maar ook kan bijdragen aan de gevoelens van veiligheid.
Kosten gezondheidszorg
De meeste ziektes die positief beïnvloed bleken te zijn door de hoeveelheid groen in de woonomgeving hebben een hoge prevalentie in de samenleving en zijn in veel landen onderwerp van grote preventieprogramma’s. Hiernaast zijn ziektes van de luchtwegen, geestelijke ziekten en ziektes van het digestieve systeem, waarvoor we een relatie vonden met groen, aandoeningen die in aanmerkelijke mate bijdragen aan het totale niveau van kosten van de gezondheidszorg.
Ruimtelijk ontwerp
De aanwezigheid van groen is gerelateerd aan de ervaren en objectieve gezondheid van mensen en aan gevoelens van sociale veiligheid. De bevindingen suggereren dat de ontwikkeling van groene ruimte een meer centrale rol zou moeten krijgen toebedeeld in beleid gerelateerd aan gezondheid, natuur of ruimtelijke ordening.
De ideale inrichting van het groen is per mechanisme verschillend. Voor bewegen zijn wandel- en fietspaden handig, voor sociale contacten bankjes en voor herstel van stress is met name rust bijvoorbeeld belangrijk.
Kosten-baten analyses
Stedelijke planning wordt veelal ondersteund door een kosten- batenanalyses van de bouwplannen. Het zou nuttig zijn om te onderzoeken hoe in toekomstige kosten-batenanalyses de gezondheidseffecten van groen mee genomen kunnen worden.
Compacte stad beleid
Als gevolg van de toenemende urbanisatie en het compacte stad beleid is het groen in stedelijke gebieden onder druk komen te staan. Dit proefschrift toont aan dat de verdwijning van groen uit de woonomgeving negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor de gezondheid van mensen.