Om meer inzicht te krijgen in de toepassing van verschillende klimaatadaptieve verhardingen zijn er interviews afgenomen bij gemeenten die vooroplopen in de toepassing van klimaatbestendige verharding, namelijk de gemeenten Delft, Rotterdam, Utrecht en Almere. Tijdens deze interviews worden de gemeenten uitvoerig bevraagd over hun bevindingen met de verschillende typen klimaatadaptieve verharding. In aanvulling hierop is een verdiepende workshop met de gemeente Leiden gehouden.
Daarnaast is voor dit project en het project ‘Infiltrerende stad’ een database doorlatende verharding opgezet waarin alle metingen aan klimaatadaptieve verhardingen in 100 infiltratieproeven en in meer dan 20 gemeenten zijn opgenomen. Op basis van deze database met praktijkmetingen zijn de prestaties van diverse systemen van klimaatadaptieve verharding in kaart gebracht, namelijk van Aquaflow, Aquabase, HydroLineo, Greenbrick, Padvast, Koersmix, Stabilizer, Klostermann, Drainvast (Drainvoeg), Drainmix en Drainflow.
Er zijn in diverse gemeenten verschillende vormen van infiltrerende verharding aangelegd. Er er zijn geen metingen van doorgroeibare verharding gevonden in literatuur en besproken in interviews van gemeenten. De database heeft dus alleen metingen over waterpasserende en waterdoorlatende verharding.
Het onderzoeksrapport heeft de volgende opbouw:
- Interviewresultaten
- Workshopresultaten
- Analyse praktijkmetingen
- Conclusies & aanbevelingen
Definities
Het onderzoek gaat voor de definities van de overwogen typen klimaatadaptieve verharding uit van die van RIONED:
Waterpasserende verharding: Hierbij infiltreert overtollig regenwater via de voegen tussen de stenen naar het ondergelegen substraat. De stenen elementen zijn dus zelf niet doorlatend, maar dit wordt in de voeg opgelost. Meestal heeft waterpasserende verharding brede voegen om een hoge infiltratie van regenwater mogelijk te maken.
Waterdoorlatende verharding: Hierbij infiltreert overtollig regenwater door de steen naar het substraat eronder. De voegen van waterdoorlatende verharding kunnen smal zijn, aangezien het totale infiltrerende vermogen rust op de stenen.
Halfverharding: Deze bestaat uit onsamenhangend materiaal dat is verdicht. Deze verharding is waterdoorlatend; het doel is het voorkomen van plasvorming. Daarnaast wordt dit type verharding toegepast om de groei van onkruid te voorkomen.
Doorgroeibare verharding: Deze verharding heeft tussen en/of in de stenen openingen waardoor vegetatie kan groeien. Het aandeel onverhard oppervlak en het type vegetatie kunnen naar wens worden ingevuld, afhankelijk van het beoogde gebruik. Vaak wordt een grassoort gebruikt als vegetatie.
Synthese van interviews en workshop
Geen van de gemeentes vertrouwt op de waterpasserende werking van de verharding alleen. Alle gemeenten hebben een back-up systeem voor het voorkomen van overlast bij extreme neerslag, maar ook wanneer de waterpasserende werking van de verharding afneemt. Dit kunnen kolken, maar ook een afschot naar oppervlaktewater of groenvoorziening zijn.
Het valt op dat de geïnterviewde gemeenten vaak meerdere systemen gebruiken. Er is een wens om niet van een enkel systeem afhankelijk te zijn, maar kennis te ontwikkelen over meerdere systemen. Veel gemeenten zijn nog zoekende; er is weinig concrete informatie beschikbaar over de prestaties van klimaatadaptieve verharding.
Als belangrijkste doel wordt genoemd het voorkomen van wateroverlast. Genoemde secundaire doelen zijn het beperken van hitte-overlast, het verbeteren van biodiversiteit en waterkwaliteit, en tenslotte het creëren van bewustwording onder bewoners.
Opvallend is dat de geïnterviewde gemeenten hun conclusies en aanbevelingen baseren op eigen ervaringen en dat onderlinge informatie-uitwisseling nauwelijks plaatsvindt. Dit resulteert in dat verschillende gemeenten tot verschillende conclusies komen over de effectiviteit en het onderhoud van bepaalde systemen. Echter, er zijn ook voorbeelden waarbij verschillende aanvliegroutes uitkomen op dezelfde bevindingen. Voorbeelden hiervan zijn de toepassing van kolken als back-up bij waterpasserende en waterdoorlatende verharding, en de voorkeur voor klimaatadaptieve verharding op plaatsen waar ruimtegebrek een probleem is.
Een ander opvallend punt is dat de life cycle costs, inclusief het onderhoud, nog niet uitvoerig worden meegenomen in de beslissing voor een bepaald type systeem. Vaak wordt gekozen voor klimaatadaptieve systemen vanuit het oogpunt van innovatie, waarbij onderhoud en de kosten hiervan op lange termijn ondergeschikt zijn. Als resultaat onderhouden gemeenten hun klimaatadaptieve verharding met bestaand materieel, en wordt er vanuit kostenoogpunt geen periodiek onderhoud uitgevoerd. Daarbij komt dat de ervaringen met bijvoorbeeld een ZOAB reiniger niet positief zijn; de originele infiltratiecapaciteit van waterpasserende en waterdoorlatende kan niet hersteld worden.
Het is lastig voor gemeenten om doorgroeibare verharding onder te brengen in een afdeling. Vaak liggen de verantwoordelijkheden bij de wegbeheer of groenbeheer afdeling.
Een interessant punt van de gemeenten Utrecht, Rotterdam en Almere is dat er geëxperimenteerd wordt met een opstaande rand bij de kolken, om afstroming in de kolken zo veel mogelijk te voorkomen. Deze maatregel creëert bergingscapaciteit op maaiveld, en zorgt ervoor dat het water lokaal kan infiltreren. Dit effect kan ook bereikt worden door de kolk 1-2 cm hoger dan het wegdek te plaatsen. Voorwaarde is wel dat het wegdek vlak moet liggen; bij een te grote helling stroomt het te snel af.
Als belangrijkste nadeel van klimaatadaptieve verharding wordt genoemd dat de prestaties over tijd relatief onbekend zijn in vergelijking met conventionele afvoer via kolken. Dit betreft de bergings- en infiltratiecapaciteit, alsmede de life cycle costs. Met name de noodzaak tot duur periodiek onderhoud in relatie tot afnemende prestaties is onduidelijk.
Conclusies
Harde conclusies kunnen niet worden getrokken op basis van de interview resultaten en analyses. De ervaringen en resultaten van de analyses lopen daartoe te ver uiteen en opgegeven waardes van fabrikanten zijn verkregen onder gecontroleerde omstandigheden die afwijken van praktijksituaties. Wel kunnen de volgende aanbevelingen gedaan worden:
- Waterpasserende en waterdoorlatende verharding kan kleine buien infiltreren, maar is zonder back-up systeem niet geschikt voor het bergen van zware buien.
- Waterpasserende en waterdoorlatende verharding is vooral geschikt voor wegen met een lage verkeersdruk. De gemeente Utrecht hanteert een norm van maximaal 500 voertuigen per etmaal.
- De prestaties van waterpasserende en waterdoorlatende verharding nemen af over de tijd, met gemiddeld ongeveer 75mm/uur per jaar.
- Zelfs met goed onderhoud is het niet mogelijk om de prestaties terug te brengen naar het initiële niveau.
- Gebruik van basalt split in plaats van kalkhoudende verhardingen beperkt kans op dichtslibben en losliggende stenen.
- De prestaties van doorgroeibare verharding zijn grotendeels onbekend. Op intensief gebruikte wegen/parkeerplekken groeit vegetatie niet goed.