Inleiding
De laatste jaren wordt er steeds meer bekend over de voordelen van groen in de stad. De meeste mensen wonen graag in een groene wijk. De huizenprijzen in groene wijken, langs water of groengebieden zijn verhoudingsgewijs hoger. Om hoger opgeleiden aan te trekken is een attractieve stad met groen en cultuur nodig. Vooral hoger opgeleide ingenieurs vertoeven graag in of in de buurt van groengebieden. Dat geldt voor hun huisvesting, maar ook voor hun vakantiebestemming. Dit gegeven motiveert bijvoorbeeld een stad als Eindhoven tot een vergroening van de stad, maar was en is ook uitgangspunt voor de herstructurering van het Ruhrgebied. Londen en veel Nederlandse steden hebben een beleid ontwikkeld dat is gericht op de vergroening van de stad om meerdere redenen, zoals het creëren van meer biodiversiteit en het verzachten van hittestress, maar niet op z’n laatst om de leefkwaliteit en attractiviteit van de stad te verbeteren.
Groen helpt mee om sneller te genezen; dit bespaart kosten in de gezondheidszorg en verbetert de kwaliteit van leven voor patiënten. Dit aspect van toepassing van groen in en om ziekenhuizen krijgt steeds meer aandacht in het kader van ‘healthy environment’.
Sinds de aanleg van de eerste volksparken zijn stedenbouwers zich ervan bewust dat groen de kwaliteit van leven voor de stadsbewoner vergroot. Groengebieden zijn plekken waar mensen kunnen recreëren en aan lichaamsbeweging kunnen doen of juist rust vinden. Dit komt hun gezondheid ten goede en verlaagt het stressniveau van de stadsbewoner. Voor kinderen zijn creatieve speelmogelijkheden in de natuur belangrijk omdat die hun sociale vaardigheden en concentratievermogen vergroten. Zowel groen dichtbij de woning voor het dagelijkse spel alsook grotere groenvoorzieningen in of aan de rand van de stad voor een fietstocht zijn belangrijk.
Realiteit is dat bijna 40% van de Nederlanders in een wijk woont met een tekort aan groene recreatievoorzieningen. De tekorten zijn het hoogst in de Randstad. PBL, 2011
“In de praktijk betekent het tekort aan groen onder meer dat er te weinig wandel-, sport-, en speelmogelijkheden zijn en dat de kinderen steeds minder met groen en natuur in aanraking komen.” Brosens, 2008
Vooral in de oude wijken en in de nieuwe Vinex- wijken is er te weinig groen en neemt zo de druk op het weinige groen toe; bij gebrekkig onderhoud voldoet het groen ook kwalitatief niet.
“Volgens de monitor van de Nota Ruimte en volgens onderzoek van Alterra (2005), is er een forse inhaalslag nodig om de Nederlandse steden op peil te brengen: in bijna tweederde van de vijftig grootste Nederlandse gemeenten is – in een straal van 500 meter om een woning – minder dan 75 m2 groen aanwezig is. Veel groen is verdwenen of naar de stadsranden verschoven. Van de groene gebieden rond de steden (rijksbufferzones) is bovendien ongeveer duizend hectare groen afgesnoept, ten gunste van bebouwing. De verwachting is dat de druk op het stedelijk groen nog toe zal nemen omdat de bevolking toeneemt en het beleid is om bestaand bebouwd gebied intensiever te bebouwen.” Brosens, 2008
Groen en gezondheid
In groene wijken hebben kinderen minder last van overgewicht. De redenen hiervoor kunnen natuurlijk zeer divers zijn zoals inkomen en opleiding van ouders en de hierbij horende financiële mogelijkheden en leefpatronen. Maar niemand zal in twijfel trekken dat aantrekkelijke en groene speelmogelijkheden voor alle kinderen van belang zijn en dat het hieraan in veel wijken ontbreekt.
De aanwezigheid van groen in de buurt nodigt uit tot fietsen, wandelen of tuinieren wat allemaal tot een betere gezondheid leidt. Aangetoond is dat groen in de leefomgeving de kans op depressies en veel andere ziekten verlaagt Maas, 2008. Zoals eerder in het boek is aangegeven blijft een groene wijk koeler op hete dagen en nachten wat een bijdrage levert aan een gezonder microklimaat. Uitzicht op groen bevordert het herstel en vermindert het aantal opnamedagen in ziekenhuizen en het gebruik van pijnstillers Ulrich, 1984. Mensen voelen zich gezonder in een groene omgeving Maas, 2008. Eerste onderzoeken tonen de positieve effecten van groen in de woonomgeving aan. Aangezien de verstedelijking alleen maar toeneemt en wij kiezen voor verdichting in de stad is onderzoek naar de betekenis van groen voor het menselijke welzijn en de menselijke gezondheid van groot belang. Weinig onderzocht is de betekenis van kleine groenoppervlakken, zoals buurtgroen, straatbomen, groene daken en -gevels, en privétuinen voor gezondheid en welzijn. Hier ligt nog een grote opgave.
Het belang van speelnatuur
Een natuurspeeltuin draagt bij aan ontplooiing, welbevinden en gezondheid van kinderen. Nu er steeds meer signalen zijn dat kinderen niet meer in de natuur komen, de herkomst van hun voedsel niet kunnen duiden en zich zorgen maken om milieuproblemen in de wereld, is het verbeteren van de relatie tussen jeugd en natuur een belangrijke opgave. Vooral kinderen in de basisschoolleeftijd hebben een speciale band met de natuurlijke omgeving. Ze vinden een natuurlijke omgeving veel aantrekkelijker dan een bebouwde omgeving Gezondheidsraad en RMNO, 2004. De natuur dichtbij huis heeft voor kinderen in hun eigen leefwereld tal van waarden die fundamenteel zijn voor de persoonlijke ontwikkeling. Kinderen doen er heel intense natuurervaringen op. Contact met de natuur bevordert gevoelens van zelfbesef en autonomie en stimuleert processen van zingeving en waardetoekenning Margadant in Gezondheidsraad en RMNO, 2004. Uit meerdere onderzoeken komt naar voren dat natuurlijke speelplaatsen een positievere invloed hebben op de ontwikkeling van de motoriek dan traditionele speelplaatsen. Door de natuur van dichtbij mee te maken ontwikkelen kinderen een gevoel van verantwoordelijkheid en betrokkenheid: een zorgende houding ten opzichte van de natuur. Ze leren over verschillende aspecten van de natuur en het belang van natuur- en milieubehoud Van den Berg et al., 2007. Als de kinderen van nu de groene omgeving vroeg leren kennen, is de kans groter dat zij zich later bekommeren om een veelzijdige natuur, om gezond voedsel en afwisselende landschappen Raad voor het Landelijk Gebied, 2008. Avontuurlijke omgevingen met veel natuurlijke elementen stimuleren constructiespel en fantasiespel wat weer een positieve invloed heeft op cognitieve en sociale vaardigheden. Faber Tayor e.a., 1998 in Gezondheidsraad en RMNO, 2004
Sociale betekenis van groen
Buurtgroen op een afstand van 0 tot 300 meter van de woning is misschien nog wel het belangrijkst voor de bewoners van de stad. Een afstand tot 300 meter is dagelijks te overbruggen. Buurtgroen is eigenlijk de enige plek in de stad waar mensen elkaar in vrijblijvendheid en zonder kosten te moeten maken, kunnen ontmoeten en verblijven. Aantrekkelijk buurtgroen en buurtparken zijn dan ook van essentieel belang voor het functioneren van wijken. Bij de vormgeving van buurtgroen en buurtparken moet er rekening gehouden worden met de behoeften van verschillende leeftijden en de wensen van de verschillende culturen in de wijk. Het allerbeste is natuurlijk om de omwonenden bij het ontwerp en onderhoud van het groen of park te betrekken. De elders beschreven projecten Poptahof in Delft, EVA-Lanxmeer in Culemborg en Hof van Heden in Rotterdam zijn voorbeelden voor wat betrokkenheid van de bewoners kan betekenen en opleveren voor de wijk. Uit onderzoek blijkt dat mensen met meer groen in hun woonomgeving zich minder eenzaam voelen en minder vaak een tekort aan sociale steun ervaren. Maas, 2008
Leefbaarheid en veiligheid
Er is een positieve relatie tussen de hoeveelheid groen in de woonomgeving en het gevoel van veiligheid. In sterk verstedelijkte gebieden wordt gesloten groen wel als onveilig ervaren en moet er aandacht zijn voor de vormgeving van groenelementen. Maas, 2008
Economische waarde
Stadsgroen en -water hebben een directe economische waarde. “Deze waardestijging varieert van 4% tot 12%, afhankelijk van de ligging van de woning en het type water of groen. Naar schatting zijn kopers bereid gemiddeld 7% meer te betalen voor hun woning als deze direct grenst aan openbaar groen of water. Een vrij uitzicht op de open ruimte leidt tot 12% prijsverhoging, terwijl de aanwezigheid van aantrekkelijke natuur in de buurt van de woonplaats een waardestijging oplevert van 5% tot 10%. Een bijzonder geval zijn huizen met tuinen grenzend aan water dat in verbinding staat met een recreatieplas; voor deze woningen kan de waardestijging oplopen tot bijna 30%.” Jókövi, 2003.
Hogere huizenprijzen hebben ook een hogere OZB-waarde tot gevolg en dus meer inkomen voor de gemeente.
Groen in de stad is ook belangrijk in relatie tot het vestigingsklimaat voor kennisintensieve en internationale bedrijven en hogeropgeleiden. “De woonomgeving speelt alleen voor research- en developmentbedrijven en andere bedrijven met hoogopgeleid personeel een rol van betekenis bij de locatiekeuze. Bedrijven meten de kwaliteit van de woon- en recreatieomgeving vooral af aan de differentiatie in het woonmilieu en de aanwezigheid van goede scholen en een goed recreatiemilieu. Groen telt daarbij wel mee, maar groen in de wijk vindt men belangrijker dan grote groenelementen in de regio.” Jókövi, 2003.
Uiteraard verhoogt groen en water in en om de stad de toeristische waarde en de inkomens in de recreatiesector.
Zoals in het hoofdstuk Hitte besproken verlaagt groen in de stad de zomerse maximum-temperaturen. Dit vermindert arbeids-productiviteitsverlies tijdens hittegolven.
Verbinding stad en land
Een dooradering van de stad met aantrekkelijke langzaam-verkeersroutes voor fietsers en wandelaars houdt de stadsbewoners uit de auto. Bij stijgende temperaturen pakt men sneller de fiets (zie hoofdstuk 5: Hitte). Deze langzaam-verkeersroutes kunnen goed gecombineerd worden met groenzones en zo een aantrekkelijke verbinding vormen tussen stad en omgeving. Groene verbindingen tussen stad en land zijn ook belangrijk voor de toevoer van verse en koele lucht. Zoals eerder toegelicht kunnen de stedelijke groenzones veel meer economische functies opnemen dan nu gebruikelijk: stadslandbouw, waterzuivering en waterretentie-voorzieningen en de productie van biomassa.
Klimaatadaptatie
Groene oppervlakken hebben afhankelijk van de opbouw van het groen en de eronderliggende bodem een grote sponswerking voor neerslag die dan niet afgevoerd hoeft te worden. Hetzelfde geldt voor wateroppervlakken die zo vormgegeven zijn dat ze water kunnen bufferen door het mogelijk maken van peilfluctuaties. Groene daken, beplante wadi’s, het minimaliseren van verharde oppervlakken en het maximaal vergroenen kunnen een bijdrage leveren aan een meer klimaatbestendige stad. De groene oppervlakken en groene oevers helpen ook mee om het oppervlaktewater schoon te houden. Meer uitgestrekte wetlands en overstromingsgebieden langs rivieren beperken het overstromingsrisico, helpen mee de waterkwaliteit te verbeteren en kunnen ook voor recreatie en biodiversiteit een rol spelen.
Groen in de stad vergroot het stedelijk buffervermogen. Hierdoor kan er bespaard worden op afvoer- en buffervoorzieningen elders, en zuiveringskosten. De efficiëntere inzet van groen bij waterkering kan dure en monofunctionele buffervoorzieningen overbodig maken. Groene buffervoorzieningen hebben meer functies en zijn hierdoor ook economisch gezien veel efficiënter.
Verzachten van hitte
Wijken met veel groen of oppervlaktewater zijn op hete dagen tot 10 graden koeler dan zeer versteende stadsgebieden. Bomen hebben een positief effect op het microklimaat door de schaduw en de geringere opwarming van het aardoppervlak onder de bomen. Alle vormen van groen- en wateroppervlakken hebben een koelend vermogen door verdamping.
Groen in de vorm van groene daken, groene gevels of strategisch geplaatste bomen kunnen bijdragen aan een reductie van het energiegebruik in gebouwen voor koeling. Ruimtes onder groene daken en achter groene gevels blijven koeler. Onder bomen blijft het koeler door de schaduwwerking, maar ook door de verdamping.
Tegenwoordig wordt in veel kantoorgebouwen al meer energie voor koeling dan voor verwarming gebruikt. Door de klimaatverandering zal de energiebehoefte voor koeling alleen nog maar toenemen. Uit het oogpunt van energiegebruik, gezondheid, arbeidsproductiviteit en welzijn wordt de inzet van groen voor het koelhouden van steden steeds belangrijker.
Verbeteren biodiversiteit
De stad biedt in tegenstelling tot het algemene denkbeeld mogelijkheden voor veel soorten flora en fauna. Dit kan nog verbeterd worden door de uitbouw van groenblauwe netwerken en het optimaler gebruik van de vele oppervlakken van de stad als ondergrond voor vegetatie en biodiversiteit, zoals daken en gevels, en door het verwijderen van overbodige verharding.
Verlies aan biodiversiteit kan een economische schade tot gevolg hebben bijvoorbeeld in de vorm van bedreigingen door ziekten als gevolg van het uit balans raken van de ecosystemen.
Voedselproductie
In veel wereldsteden is voedselproductie in de stad nog een realiteit, maar ook in onze westerse steden is het weer een nieuwe trend zoals stadslandbouw, city-gardening, guerilla-gardening en boerenmarkten laten zien. Er is een toenemende groei in de verkoop van producten van biologische boeren te signaleren. Er blijkt ook behoefte bij stedelingen te bestaan om te weten waar en hoe voedsel wordt verbouwd. Hier ligt veel groeipotentieel voor stadsboeren.
Verbeteren luchtkwaliteit
Stedelijk groen kan niet de volledige luchtvervuiling compenseren, die door de menselijke activiteiten is veroorzaakt, en zal nooit het aanpakken van de vervuilingsbron kunnen vervangen. Wel is het zo dat groen en stadsbomen CO2 en zwaveldioxide kunnen opnemen en fijnstof kunnen binden en dus aan een zekere verbetering kunnen bijdragen. Voor onze stedelijke agglomeraties is het waarschijnlijk belangrijker dat open groengebieden voor toevoer van lucht uit het buitengebied kunnen zorgen. Daarnaast houdt groen de stad in hete perioden koeler wat tot het verlagen van het aantal dagen met inversie kan leiden. Een betere luchtkwaliteit heeft direct invloed op de volksgezondheid.
Energieproductie uit biomassa en water
Het groenafval en hout uit stedelijke groengebieden en productiebossen kan gebruikt worden voor vergisting en als brandstof. De vaste bestanddelen van afvalwater en het organische stedelijke afval kan eveneens vergist worden. Zo kunnen energie en biogas geproduceerd worden. Aan afvalwater kan warmte onttrokken worden dat hergebruikt kan worden. Ook uit oppervlaktewater kan warmte gewonnen worden. Zo kunnen groen en water een bijdrage leveren aan de energievoorziening van de stad en kunnen stofkringlopen gesloten worden.
Literatuur
- Brosens M. & Woestenburg M.; De waarde van groen; Ministerie van LNV, 2008
- Gezondheidsraad en Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek; Natuur en gezondheid. Invloed van natuur op sociaal, psychisch en lichamelijk welbevinden; Den Haag, Gezondheidsraad en RMNO, publicatie nr 2004/09, ISBN 90 5549 525 5; RMNO, publicatie nr A02a, ISBN 90 5931 319 4, 2004
- Jókövi E.M. & Luttik J.; Rood en groen - Het combineren van verstedelijking en natuur in de praktijk; Wageningen, 2003
- Maas J.; Vitamine G; Utrecht, 2008
- PBL (Planbureau voor de Leefomgeving); Beleefbare Natuur; http://themasites.pbl.nl/natuurverkenning/kijkrichtingen-beelden-visies/kijkrichtingen-voor-natuur/beleefbare-natuur, 2011
- Raad voor het landelijk gebied; Groen opgroeien!; Publicatie RLG 08/08, juni 2008
- Ulrich R.S.; View through a window may influence recovery from surgery; Science 224: 420-421, 1984
- Van den Berg A.E., Koenis R. & Van den Berg M.M.H.; Spelen in het groen: Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen; Alterra-rapport 1600, Wageningen: Alterra, 2007